donderdag 6 november 2008

Niet normaal

Vrouw doet kinderen kots eten

Een Britse vrouw van 62 is tot veertien jaar cel veroordeeld voor kindermishandeling. De vrouw had het voogdijschap over drie kinderen, die ze jarenlang gekweld heeft. Zo stopte Eunice Spry een stok in de kelen van de kinderen en verplichtte ze de kinderen om hun eigen kots op te eten. Het misbruik zou in 1986 begonnen zijn en stopte pas in 2005, toen Spry opgepakt werd. Ze ontkende alle aantijgingen, maar de rechter vond dat er voldoende bewijs was om haar te veroordelen. Hij noemde het de ergste zaak die hij in veertig jaar rechtspraak had meegemaakt.

verslaafde moeder

Verslaafde moeder wil peuter aan bordeel slijten

Een 33-jarige vrouw is door de Spaanse politie aangehouden, omdat ze haar twee jarige dochtertje in een bordeel wilde laten werken, meldt de politie van Catalonie. De eigenaar van het bordeel heeft aangifte gedaan.Volgens hem wilde de vrouw seksuele handelingen laten verrichten met de peuter in ruil voor geld. De vrouw, die ook een zoon van zeven heeft, had cocaïne bij zich toen ze werd opgepakt. Ze zei tegen de politie dat ze geld nodig had omdat zij geen alimentatie krijgt van de vader van de kinderen.

Gastles buitenschoolseopvang

Gastles: buitenschoolse opvang.

Gastles: Buitenschoolse opvang.
Mevrouw Diendre Kleine Punt heeft in Afrika gewoont en woont nu 14 jaar in Nederland.
De BSO waar ze werkzaam is heet klein zeven en zit in hengelo.
Deze BSO is open vanaf 7:45 tot 17:45
mensen hebben oeen vooroordeel over de bso en dat de kinderen niet luisteren, brutaal en vervelend zijn.

Mevrouw Diendre Kleine Punt heeft hier een hele andere mening over en vind het hartstikke leuk en zij vind dat er juist alleen maar voordelen zijn.

Voordelen van de BSO klein zeven:

- Je hoeft ze niet op te tillen de kinderen kunnen zelf lopen.
- Al het meubilair is hoog als begeleidster hoef je dan niet al te veel te bukken enz.
- De kinderen smeren zelf hun brood, zo heb je als begeleidster ook tijd om er bij te zitten en gezellig mee te eten.
- Luiers hoeft je niet te verschonen, de kinderen zijn zinnelijk
- De kinderen zijn ook zelfstandig.
- op een BSO ben je bezig om de kinderen te sturen, en als begeleidster ben je voor de kinderen een ondersteuning.
- De kinderen mogen zelf weten wat ze willen doen alleen in de vakanties niet dan word het overlecht

Vakantie:
Met een vakantieactiviteit word er eerst overlegt met de kinderen wat ze willen doen.
De kinderen mogen met ideeen komen. En daaruit word een activiteit uit gehaald en dat gaan ze dan ook doen.
Ze hadden bijvoorbeeld het onderwerp ziekenhuis dat zag er leuk uit.

De opdracht voor ons:

Wij moesten een activiteit bedenken wat voor een hele week was geschikt.
Claudia en ik hadden het onderwerp boederij. Het leek ons een leuk onderwerp en je kon er genoeg op verzinnen.
mevrouw diendre kleine punt na de uitgewerkte activiteiten mee. Ze vond het leuk.

Thematafel Herfst

Thematafel Herfst

Claudia en ik hadden het onderwerp herfst.
Ik vond het een heel leuk onderwerp, vooral omdat je veel erbij kunt bedenken.
Wij zaten ook vol iedeeen, en hebben ook alles op papier gezet wat ons leuk leek.

Het was een hele drukke thematafel, met allerlei leuke dingen.
Omdat de juf ziek was konden wij alleen de activiteit en het kinderliedje niet aan de klas presenteren.

Wij hadden het liedje van koubouter spillebeen, en het knutselactiviteit was een vogelverschrikker maken.

woensdag 5 november 2008

Verslaafde ouders

Kinderen van Verslaafde Ouders

Algemeen
Het is een grote belasting om een ouder te hebben die verslaafd is aan alcohol of drugs.
Vaak is ook de gezinssituatie daardoor problematisch.
Kinderen weten meestal al op jonge leeftijd dat er iets met hun vader of moeder aan de hand is. Wat de reden van het onvoorspelbare gedrag van de ouder is, komt pas later. Kinderen denken al gauw dat het hun schuld is als vader of moeder plotseling heel kwaad wordt of zich juist terugtrekt. De meeste kinderen praten niet met anderen over thuis en nemen geen vriendjes mee omdat ze nooit met zekerheid weten wat ze thuis zullen aantreffen.
Een aantal ontvlucht het huis en brengt het grootste deel van de tijd op straat door.
Voor deze kinderen is het prettig om met andere kinderen te kunnen praten over thuis zonder bang te zijn om gepest of niet begrepen te worden.
Kinderen van verslaafde ouders hebben een verhoogd risico om later zelf verslaafd te worden.

Voor wie?
De hulp van de Jeugdriagg is bedoeld voor kinderen en jongeren die een aan alcohol of drugs verslaafde vader of moeder hebben.
Soms hebben deze kinderen en jongeren zelf problemen die te maken hebben met de problemen van hun vader of moeder. Vaak is dit nog niet het geval en is het voldoende om de kinderen/jongeren uit te leggen wat de gevolgen zijn van opgroeien in een gezin met een verslaafde ouder en ze te leren hoe met het verslaafde gedrag van hun ouder om te gaan.
Medewerkers van andere instellingen kunnen bij de Jeugdriagg terecht voor consultatie.

Preventie
Kinderen en jongeren van verslaafde ouders lopen een risico om later zelf ook problemen te krijgen. Uitleg over de gevolgen van de ziekte van een vader of moeder voor de kinderen helpt om problemen te voorkomen.Er zijn groepen voor kinderen en jongeren.

Onderzoek
Als een kind/jongere meer hulp nodig heeft wordt het aangemeld voor hulpverlening bij de Jeugdriagg.
In een of meerdere intakegesprekken met het kind / de jongere en soms met de ouders wordt de ontwikkeling van het kind / de jongere op allerlei gebieden in kaart gebracht. Soms is aanvullend psychologisch onderzoek nodig.

Wat willen we bereiken?
Voorkomen dat kinderen van verslaafde ouders op latere leeftijd zelf ernstige psychische of psychosociale problemen ontwikkelen.

Kinderen/jongeren bewust laten worden van hun eigen gedrag door hun informatie te geven over verslaving en de risico’s van eigen gebruik.

Vaardigheden leren om beter om te gaan met de situatie thuis.

Behandelvormen
Psycho-educatie
Preventie: Groepsbehandeling
Ouderbegeleiding
Individuele therapie
Gezinstherapie
Setting
Het kind en/of de ouders komen meestal een keer per twee weken naar het gebouw van de Jeugdriagg of de Brijder Stichting.
Zo nodig gaat de hulpverlener op huisbezoek.
De frequentie is afhankelijk van de aard van de hulpverlening.

Samenwerkingspartners:

Brijder Stichting
Triversum
Bureau Jeugdzorg
Huisartsen, schoolartsen,
GGD
Thuiszorg
Instellingen voor jeugdhulpverlening

Mijn Mening:

Ik vind het heel erg dat kinderen verslaafde ouders hebben. Misschien hebben ze ook maar een ouder Bv: alleen de moeder wat verslaafd is.
Het lijkt mij heel erg om te zien dat je ouders elke dag dronken of in de war zijn door bepaalde verdoofingsmiddelen.
Hoe zullen de kinderen zich voelen, als het gedrag van de ouder elke dag anders is en wisselend.
Ik denk dat de kinderen zich heel erg onzeker gaan voelen en veel angsten hebben.

hoe denken jullie erover?
Wat zouden jullie doen in dit geval?

Kabouter spillebeen


Op een grote paddestoel
Op een grote paddestoel,
rood met witte stippen,
zat kabouter Spillebeen,
heen en weer te wippen.
Krak, zei toen de paddestoel,
met een diepe zucht,
allebei de beentjes,
hoepla in de lucht!

Maar kabouter Spillebeen,
ging toch door met wippen.
Op die grote paddestoel,
rood met witte stippen.
Daar kwam Vader Langbaard aan,
en die zei toen luid:"
moet dat stoeltje ook kapot?
Spillebeen, schei uit!"

Slaap, Kindje, Slaap


Slaap, kindje, slaap

Slaap, kindje, slaap,
daar buiten loopt een schaap.
Een schaap met witte voetjes,
dat drinkt zijn melk zo zoetjes.
Slaap, kindje, slaap,
daar buiten loopt een schaap.

kindermishandeling

Vormen

Kindermishandeling komt voor in verschillende vormen. In gezinnen waarin kindermishandeling plaatsvindt gaat het vaak om meer vormen tegelijk.

Lichamelijke mishandeling

Onder lichamelijke kindermishandeling vallen alle vormen van lichamelijk geweld tegen het kind, zoals slaan, schoppen, bijten, knijpen, krabben, het toebrengen van brandwonden of het kind laten vallen. Bij betrekkelijk 'lichte' vormen van lichamelijk geweld is er sprake van kindermishandeling als ze zich regelmatig voordoen.
Een bijzondere vorm van lichamelijke kindermishandeling is het shakenbabysyndroom, waarbij een baby zo hard door elkaar geschud wordt dat hij daar een reeks van klachten aan overhoudt. Een andere bijzondere vorm is het Münchhausen-by-proxysyndroom, waarbij ouders, meestal moeders, hun kind opzettelijk ziek maken of beweren dat het ziek is.

Lichamelijke en psychische verwaarlozing

Lichamelijke verwaarlozing is een passieve vorm van kindermishandeling, omdat een kind daardoor niet de zorg en verzorging krijgt die het nodig heeft.
Bij psychische of emotionele verwaarlozing schieten de ouders of opvoeders doorlopend tekort in het geven van positieve aandacht aan het kind. Daarmee negeren ze structureel de basale behoeften van het kind aan liefde, warmte, geborgenheid en steun.

Psychische of emotionele mishandeling

Van psychische of emotionele mishandeling is sprake wanneer ouders of andere opvoeders met hun houding en hun gedrag afwijzing en vijandigheid uitstralen tegenover het kind. Ze schelden het kind regelmatig uit, laten het herhaaldelijk horen dat het niet gewenst is of maken het kind opzettelijk bang. Psychische of emtionele mishandeling kan ook bestaan uit denigrerende uitspraken over het kind tegenover anderen, waar het kind zelf bij is.

Seksueel misbruik

Seksueel misbruik bestaat uit alle seksuele aanrakingen die een volwassene een kind opdringt. Door het lichamelijke of relationele overwicht, de emotionele druk, of door dwang en geweld van de volwassene kan het kind die aanrakingen niet weigeren.

Getuige van huiselijk geweld

De laatste jaren is er toenemende aandacht voor kinderen die getuige zijn van geweld in het gezin. Die ervaringen kunnen ook schade bij het kind veroorzaken. Bovendien zijn er kinderen die zowel getuige zijn van geweld in het gezin als zelf mishandeld worden.

mijn mening:

Ik vind dat een kind op geen enkel wijze mishandeld mag worden.
Hoe kun je een kind nou pijn doen, ik begrijp het niet.
Zelf kan ik een kind nog niet eens kwaad aankijken laat staan slaan.


hoe denken jullie er over ?




Zwemmen

Zwemmen met de allerkleinsten
Waarom zwemmen?

Kinderen raken vroeg vertrouwd met bewegen in het water waardoor ze minder snel watervrees zullen krijgen.


Baby en peuterzwemmen is prettig en bevorderlijk voor het contact tussen ouder en kind.


Zwemmen is een heerlijke ontspannen manier om te bewegen.

Informeer bij zwembaden in je buurt naar de mogelijkheden. Hieronder enige algemene informatie van zwemactiviteiten voor baby, peuter en kleuter. Houd er rekening mee dat je voor een half uur les al snel 1½ uur kwijt bent. (inclusief reis- en omkleedtijd)
BabyzwemmenVanaf ca. 6 weken.Baby’s zijn van nature niet bang in het water. (denk aan de 9 maanden dat ze in het vruchtwater ronddobberden)
Je kunt met je kindje beginnen met babyzwemmen vanaf circa 6 weken na de geboorte. Baby's tot circa 12 weken hebben een natuurlijk reflex waardoor de luchtpijp automatisch wordt afgesloten bij het onder water gaan. Zo verslikken ze zich niet. Na deze 12 weken is die reflex niet meer aanwezig, maar wel weer snel aan te leren.
Al na 2 tot 3 keer onder water gaan (na een seintje van de ouder) is de baby eraan gewend en is het afgelopen met het geproest. Zwembadwater is overigens niet schadelijk, een keertje verslikken is niet zo erg. In de meeste zwembaden kun je je inschrijven voor het babyzwemmen. Het zwemwater is dan extra verwarmd en vaak liggen er aankleedkussens en eventueel wat speelgoed klaar.
Tijdens babyzwemmen gaat het er vooral om dat je ontspannen met je kindje bezig bent. In het begin loop je door het water en houdt je je kindje meestal dicht tegen je aan. In de loop van de lessen en naarmate je kindje ouder wordt, kun je aan steeds meer oefeningen meedoen. Enkele oefeningen welke tijdens het babyzwemmen zoal gedaan worden:

zingen van een kinderliedje met oefeningen


onder water zwemmen


spetteren met handen en voeten


draaien van buik naar rug en terug, etc.


peuter- en puppyzwemmenVanaf ca. 18 maanden tot 4 jaar.Tegen de tijd dat je kindje goed kan lopen mag het meedoen aan de puppy- of peuter-zwemles.
Bij peuterzwemmen (vaak van 18 maanden t/m 2,5 jaar) zijn mama en/of papa samen met hun kindje bezig in het water.
Bij puppyzwemmen (meestal vanaf 2,5 jaar tot 4 jaar) is papa of mama vaak nog wel aanwezig maar leert het kindje zelfstandig enige oefeningen te doen.Aan het eind van een bepaalde periode wordt het geleerde getoetst. Een goed resultaat levert bij sommige zwembaden een heus Puppy-diploma op. Deze lessen zijn een voorbereiding op het ABC zwemmen.
In deze lessen komen o.a. de volgende oefeningen aan bod:

zingen van kinderliedjes


leren drijven op buik en rug


dingen van de bodem oprapen


op de kant klimmen en er in springen


onder water zwemmen, onder een hoepel door, etc.

mening:

ze zeggen dat babys het heel lekker vinden in het water. op dit moment weet ik niet hoe ik er over denk, het lijkt me aan de ene kant wel eng om met een baby te zwemmen.
stel dat je het kind uit de arm laat vallen of wat er allemaal nog meer kan gebeuren!

Hoe denken jullie er over?
Wat zouden jullie doen met babys en zwemmen?

Buiten spelen en bewegen

Buiten spelen en bewegen

Geef je peuter elke dag de kans om actief te bewegen, liefst meerder keren per dag. Je peuter kan zelf heel goed aangeven wanneer hij moe is. Peuters kunnen niet teveel in actie zijn.
Je peuter doet vanuit zichzelf geen dingen die hij (nog) niet kan, laat je peuter dus zijn gang gaan en wees niet te bang als hij op een muurtje wil klimmen, het klimrek in wil of zelf de trap van de glijbaan op wil.
Stimuleer je peuter door een uitdagende omgeving te maken. Maak een ruimte met obstakels zoals; heuveltjes (een poef, matras, kussens), tunneltjes (tent van lakens, kruiptunnel, grote doos) of klautermogelijkheden (liggende stoel, ronde kussens).
Beperk je peuter niet door hem altijd in de wandelwagen te zetten, laat hem vaker zelf lopen.
Traplopen kan je peuter al snel alleen, til hem niet altijd op maar begeleid hem bij het oefenen. Laat hem proberen maar blijf wel steeds in de buurt.
Vallen hoeft niet erg te zijn, van vallen leert je peuter ook. "Gun" je kindje daarom de ervaring van het vallen!

mijn mening:

ik zou het niet leuk vinden en schrikken als ik een kind zie vallen, vind het moeilijk om te denken dat je een kind gerust kunt laten vallen. ik ben er zelf nog niet over uit.

Hoe zou jij er mee omgaan?
Zou je het leuk vinden als je het kind laat vallen terwijl je kunt ingrijpen?

dinsdag 4 november 2008

Vlinder traktatie

Vlinder traktatie

Benodigdheden:

rol smarties
gekleurd papier
plakband

Beschrijving:

Je print het sjabloon van de vlinder op gekleurd papier. (bij de Hema koop je een pak met 6 verschillende kleuren voor 5 euro). De vlinder knip je uit en van de rest van het papier, knip je rondjes. Of je doet het met een perferator, is een stuk sneller.(ik kwam pas te laat op dat idee) De rondjes plak je op de vleugels van de vlinder. In het midden op het lijfje heb ik een rol smarties geplakt. Gewoon plakband dubbel ertegen aan plakken. Wel zorgen dat het rol smarties iets uitsteekt aan de onderkant zodat de vlinder ook goed blijft staan.

Traktaties varkenssnoetje

Varkensnoetje met danoontje

Benodigdheden:

Karton, Viltstift, Klein danoontje of soort gelijk toetje (Aldi heeft toetjes met rode, licht en donker roze bekertjes
Beschrijving:

Teken op het karton een varkenskop volgens de werktekening. Knip de kop uit en knip de neus uit. Teken op de onderkant van het toetje 2 stippen (de neusgaten) en steek het toetje vanaf de achterkant door het gat.

stage

BPV

In januari gaan wij op stage.
Ik heb gekozen voor een kinderdagverblijf, het lijkt me erg leuk om met kleinen kinderen te werken.
Als het zo ver is ga ik hier mijn stageopdrachten in zetten.

Elke baby is anders: ontdek de verschillen

Elke baby is anders: ontdek de verschillen

Iedereen komt op de wereld met een eigen persoonlijkheid. Ook bij baby's zie je al grote verschillen. De ene baby huilt snel bij frustratie, de ander is wat meer afwachtend. De ene kijkt wat langer voordat hij iets onderneemt, de ander gaat er gewoon meteen op af en ziet wel wat ervan komt.
In het algemeen spelen de volgende factoren een rol:

1. Geslacht

soms lukt het om bepaalde eigenschappen van een kind terug te voeren op een verschil tussen jongens en meisjes. Zo denken we dat het een typisch kenmerk van meisjes is om zorgzaam te zijn. En jongens zouden van nature wat ongehoorzamer zijn dan meisjes. Het klinkt seksistisch, en uitzonderingen komen vaak voor, maar toch... Geef een blok klei aan een stel kleuters, dan zullen de meisjes al snel een figuurtje gaan kleien, terwijl de jongens de sleutelgaten van de deuren gaan dichtproppen.

2. Omgeving

ook de plaats van het kind in het gezin heeft invloed op zijn temperament: een oudste kind moet bijvoorbeeld de kooltjes uit het vuur halen voor de jongsten. En een laatste kind is vaak gemakkelijker, minder veeleisend, en zelfredzamer. Ook al heeft elk kind in een gezin dezelfde ouders, dan gedragen de ouders zich tegenover elk kind weer anders.

3. Erfelijkheid

vaak willen ouders graag zien dat een kind lijkt op de vader, de moeder, de opa of de oma. Dat maakt bepaalde eigenschappen of gedragingen van het kind begrijpelijker en misschien gemakkelijker te accepteren.
Hoe het ook zij: elk kind is uniek en het is goed om rekening te houden met de specifieke persoonlijkheid van je kind. Op die manier zul je niet alleen minder botsen bij de opvoeding, maar sterk je het kind ook in zijn zelfgevoel. Het gevoel dat het kind gaat ontwikkelen over wie hij zelf is, en dat het goed is zoals hij is.

Baby's en temperamenten

Ook al kun je goed zien dat baby's verschillen in de manier waarop ze reageren op hun omgeving, de eerste paar maanden zeggen vaak nog bitter weinig.

De eerste paar maanden kun je nog maar weinig conclusies trekken, omdat het gedrag van een baby in die periode nog erg bepaald wordt door de omstandigheden rond de zwangerschap, de geboorte en de kraamtijd. Denk bijvoorbeeld aan: te vroeg of te laat geboren, een kunstverlossing, een moeilijke bevalling, het geboortegewicht, complicaties (koorts, infectie), of een verblijf in de couveuse.

Pas na een maand of drie wordt het eigen temperament van je baby goed zichtbaar.

Niettemin zie je ook vóór die tijd al gedrag dat typisch bij jouw kindje hoort. Iets wat bijvoorbeeld snel opvalt, is de manier van ademhalen: rustig of onrustig, diep of ondiep.

En elk kind heeft een eigen manier van huilen. De een huilt altijd op dezelfde manier, de ander heeft grote verschillen in de manier van huilen, afhankelijk van de oorzaak. Het ene kind vindt water fijn, het andere blijft altijd een beetje bang in het badje.

Ook in de manier van bewegen, de gezichtsuitdrukking, maar ook in de manier waarop de armpjes en beentjes bewegen, zie je in het begin al grote verschillen.

Wennen

In de eerste paar maanden moeten de ouders en het kind elkaar nog leren kennen. Het is lang niet altijd zo dat je 'een bekende' ontmoet, zodra je je kind – als het net uit de buik komt – in je armen krijgt. Meestal duurt het een tijdje voor je doorhebt wat voor kind het is.

Wat voor kind kun je gekregen hebben?

Misschien een alert kind, dat al piept bij het minste of geringste. Of een kind dat snel tevreden is en nauwelijks iets laat merken als hij pijn heeft. De ene baby kijkt meer, de andere luistert vooral. Het ene kind wil graag houvast: een mutsje op, lekker strak ingestopt, terwijl het andere juist ruimte om zich heen wil.

Ook de mate waarin het lukt een kind te troosten, kan sterk verschillen. Het ene kind wordt snel rustig als je het oppakt, terwijl het bij een ander kind veel meer moeite kost om het tot bedaren te brengen.

Goed kijken

Vanwege al die verschillen is het belangrijk om goed te kijken naar je baby. Wat vindt hij fijn? Hoe kun je het beste contact maken? Hoe leert hij en hoe kun je hem helpen bij zijn ontwikkeling?

Een kind dat kieskeurig is met smaak, zal moeite hebben met het leren eten van verschillende nieuwe dingen. En een kind dat snel last heeft van lawaai, doe je geen plezier met omstandigheden waarin altijd veel kinderen bij elkaar zijn.

Oei ik groei

Niet alle ouders vinden het gemakkelijk om te begrijpen wat er in het koppie van hun kind omgaat. Daar zijn echter handige boeken voor.

Kinderziekte

Waterpokken
Wat is het?
Waterpokken is een zeer besmettelijke, maar goedaardige, kinderziekte. Deze gaat gepaard met blaasjes op de huid en jeuk. Vrijwel alle kinderen in Nederland en België maken deze ziekte door.
Hoe wordt het veroorzaakt?
Waterpokken worden veroorzaakt door het varicella-zoster virus. Het virus wordt verspreid door de lucht (door uitgehoestte vochtdruppeltjes) of door direct contact met de blaartjes. De incubatietijd (de tijd tussen het moment van besmetting en het ontstaan van de eerste blaasjes) is twee tot drie weken. Tot het moment dat alle blaasjes ingedroogd zijn blijft het kind besmettelijk. Deze periode duurt 10 tot 12 dagen. Het varicella zoster virus is hetzelfde virus dat gordelroos (herpes zoster) veroorzaakt.
Hoe ziet het eruit?
De eerste verschijnselen zijn rode vlekjes die zich al snel ontwikkelen naar blaasjes die met helder vocht gevuld zijn. Na enkele dagen drogen de blaasjes in en vormen zich korstjes. Deze korstjes verdwijnen vanzelf, maar laten soms een littekentje na. De blaasjes kunnen overal op de huid voorkomen. Kenmerkend voor waterpokken is dat er ook blaasjes kunnen ontstaan op het behaarde hoofd.
Een ander veel voorkomend verschijnsel is jeuk. Ook kan een keelontsteking ontstaan en soms ook lichte koorts. Kinderen zijn overigens meestal niet echt ziek. Soms kunnen bacterieën zich nestelen in de resten van de blaasjes, vooral na krabben. Dit kan grotere plaatselijke ontstekingen geven en vaak ook grotere littekens
Wie krijgt het?
In Nederland en België zijn het vooral kinderen tussen 2 en 8 jaar oud die waterpokken doormaken. Als het kind eenmaal waterpokken heeft gehad zijn er antistoffen tegen het virus opgewekt en kan de ziekte bij hernieuwde besmetting in de toekomst in principe niet nóg eens toeslaan. Dit kan overigens wel gebeuren bij personen met een sterk verminderde weerstand: bij hen kan een waterpokkeninfectie zelfs tot gevaarlijke situaties leiden. Vermijdt tijdens de infectie contact met andere kinderen, verzwakte personen en zwangeren.
Hoe wordt het behandeld?
Waterpokken gaan vanzelf over, dus behandeling is niet nodig. Soms is de jeuk zo heftig dat behandeling met mentholgel of lotio alba zinvol is. Wanneer ernstige ziekteverschijnselen en/of hoge koorts ontstaan kan het zijn dat het immuunsysteem onvoldoende werkt of dat een complicatie is opgetreden: het is dan belangrijk de huisarts te consulteren.