maandag 30 november 2009

24uurs kinderopvang

Werkwijze
Uw kind kan, wanneer u dit wenst, de nacht of het weekend bij ons doorbrengen.

De 24-uurs opvang is 24 uur per dag, 7 dagen per week geopend. Ook op alle feestdagen zal er de mogelijkheid zijn om u kinderen op te laten vangen.

Van maandag t/m vrijdag is overdag de kinderdagverblijfgroep Speelkameraadjes (gevestigd in het Speel-ô-tel) open en daar zijn de flexibele baby's en peuters van harte welkom. De bso-kinderen kunnen op deze dagen na schooltijd terecht op hun "eigen" naschoolse opvanggroep en gaan rond 18.00 uur naar het Speel-ô-tel, om hier met de andere kinderen de avond en eventueel de nacht door te brengen. Wanneer nodig, kunnen de kinderen naar bed totdat u uw kind komt halen. Er is gelegenheid om u kind tot 22.00 uur 's avonds bij ons te brengen voor de nachtopvang.

Tussen 22.00 en 6.30 uur is er nachtrust en kunnen de kinderen niet opgehaald of gebracht worden.

In het Speel-ô-tel hanteren we géén vaste dagdelen. Er wordt gewerkt met opvanguren, zodat optimaal met uw wensen rekening kan worden gehouden. Per dagdeel dienen er minimaal drie aaneengesloten uren afgenomen te worden. De Speelbrug stelt dit als eis, omdat uw kind de gelegenheid moet krijgen een band op te bouwen met de andere kinderen, de leidsters en de omgeving.

Leiding

Een vast team van gediplomeerde groepsleiding zorgt voor de continuïteit in
het Speel-ô-tel. Met elkaar zorgen zij voor een veilige en gastvrije omgeving voor uw kind. De regelmaat in de diensten zorgt ervoor dat uw kind telkens dezelfde gezichten ziet.

Haal- en brengtijden

Brengen of ophalen kan vanaf 6.30 uur (eventueel kan hier in overleg met de leiding van afgeweken worden) tot 22.00 uur (hiervan kan niet worden afgeweken ivm de nachtrust van de kinderen). Vindt u het niet prettig om uw kind slapend "over te leggen", dan kunt u de brengtijd 's avonds aanpassen aan de bedtijd van uw kind. Overdag kan er altijd, in overleg met de leiding, op elk gewenst tijdstip opgehaald worden. De dagen worden in blokken van 3 uur ingedeeld, met uitzondering van de nacht. De uurblokken worden altijd naar boven afgerond.

bron:
http://www.despeelbrug.nl/24uurs.php

Op dit moment weet ik niet hoe ik hier over moet denken, zelf lijkt het me eigenlijk niks om een kind snachts daar te laten. maar er kan natuurlijk ook wel wat gebeuren in de thuissituatie waardoor het misschien voor een keertje wel goed handig is.

nou mensen hoe denken jullie hier over?

Sinterklaas

Jaja!! donderdag is het dan zo ver.... dan komt sinterklaas bij ons op de peuterspeelzaal..
De kinderen vinden dit erg leuk en zijn deze weken ook erg druk op de peuterspeelzaal.
Voor de leidsters is dit een drukke tijd.. er moet veel gedaan worden voor de kinderen, maar ook erg leuk om de dingen te doen.

schoentjes

wij hebben op de peuterspeelzaal een kindje die heel vaak viel, wij zijn is gaan kijken hoe dat kan, toen deden wij bij het kindje de schoentjes uit.
Het kindje had veel te groote schoenen aan en viel daarom zo vaak.
Wij hebben een melding gedaan bij de ouders dat het kind vaak viel of ze even gingen nakijken hoe dat kan.
De volgende dag kwam het kindje weer en had die andere schoenen aan die wel goed waren .

Ik vind iet dat je een kindje niet te groote schoenen aan moet doen, je koopt voor jezelf toch ook niet te groote schoenen. Zo zie je maar weer wat te groote schoenen doen, het kind valt te veel en heeft geen stevigheid aan de voet.

peuterspeelzaal

Dit jaar loop ik stage op een peuterspeelzaal, vorig jaar liep ik stage op een kinderdagverblijf.
In het begin moest ik heel erg wennen om van een KDV naar een peuterspeelzaal te gaan.
Het gaat zo anders allemaal veel meer gericht werken met de kinderen.
Bij het kinderdagverblijf was het werken meer de verzorging van de kinderen.
Op de peuterspeelzaal bereid je de kinderen voor op de basisschool en werk je heel gericht met de kinderen.
Nu ik er al een paar weken ben gaat het al een stuk beter en weet ik precies wat ik moet doen en hoe de dagindeling is op de peuterspeelzaal.

Weet het nog niet!

ik zit nu al weer in het laatste jaar van de spw3 opleiding, de tijd gaat snel.
Als het goed is ben ik in julie klaar met de opleiding en weet ik nog niet eens of ik al werk wil gaan zoeken of dat ik nog verder naar school wil.
zelf zit ik er nog aan te denken dat ik spw 4 in een jaar wil gaan doen, maar hoe gaat dat allemaal is het niet te moeilijk enz.

op dit moment weet ik echt niet wat ik ga doen en wacht het nog wel even af..

zondag 29 november 2009

glutenallergie

Vorig jaar hadden wij een kindje in de groep die had glutenallergie.
Het kindje was voor veel eten allergisch en moest ook altijd apart zitten in een kinderstoeltje als we gingen eten.
Dat was best moeilijk in het begin, want ik wist ook niet wat ze wel en niet mocht hebben.
Het kindjes had ook een eigen vrieskast waar ook speciaal brood in zat zonder gluten. Iedereen op het kinderdagverblijf wist dat ook. Voor dat de leiding met het brood van de andere kinderen bezig ging moest eerst dat brood van het kindje gedaan zijn, want anders was de kans groot dat er kruimels van het brood op dat boord van haar kwam.
Toen ik er een paar weken was wist ik het precies en ging het goed. Ik maakte ook vaak het brood van het kindje klaar.

Informatie over ADHD

ADHD
ADHD is een veelgehoorde term. Maar wanneer is een kind wat aan de drukke kant, en wanneer is er echt sprake van ADHD? Om meer duidelijkheid te krijgen over wat ADHD nu precies inhoudt en om vermoedens van ADHD te controleren hieronder wat meer informatie.

Wat is ADHD?
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Een kind met ADHD bezit een niet bij de leeftijd passende aandachtsstoornis, hyperactiviteit en impulsiviteit. Kinderen met ADHD vertonen dus chaotisch en impulsief gedrag.


Aandachtsstoornis
Kinderen met een aandachtsstoornis zijn snel afgeleid (bij het zien van iets nieuws erop af gaan), kunnen niet lang ergens onafgebroken de aandacht bij houden (zijn het speelgoed waar ze mee spelen al snel beu) en zijn onvoldoende alert (niet bedacht op gevaar).

Hyperactiviteit
Hyperactiviteit uit zich vaak in motorische onrust (zoals bijvoorbeeld friemelen en spelen met voorwerpen, draaien van het hoofd, wiebelen op een stoel) en overbeweeglijkheid (voortdurend opstaan en rondlopen).

Impulsiviteit
Impulsiviteit komt naar voren in het ongecontroleerde gedrag van kinderen die ongevoelig lijken voor de gevolgen en slechts plezier op korte termijn nastreven. Verder kiezen ADHDers vaak voor een te snelle, vaak onjuiste oplossing van een probleem.

De ontwikkelingsstoornis ADHD wordt vaak onderverdeeld in 3 groepen: aandachtsgestoord, hyperactief-impulsief en een combinatie van deze twee.

Wat is de oorzaak van ADHD
Wetenschappelijk onderzoek wijst aan dat ADHD ontstaat door een combinatie van verschillende factoren. Zo spelen erfelijkheid, ontwikkeling van de hersenen en de sociale omgeving een rol bij de vorming van ADHD. De oorzaak van ADHD ligt dus in het samenspel van deze factoren.

Doordat ook de sociale omgeving een rol speelt bij het ontstaan van ADHD kunnen, door het optimaliseren van deze omgeving de, gevolgen van de stoornis voor een deel opgevangen worden. Dat wil zeggen dat de omgeving van je kind (jullie als ouders en de school) de gevolgen van ADHD positief kunnen beïnvloeden. Je kunt je kind dus helpen!

Daarbij is het natuurlijk wel van belang dat je er als ouders zo snel mogelijk achter komt als je kind deze aandoening heeft. Een vroegtijdige diagnose voorkomt dat een kind overvraagd wordt en daardoor een ontwikkelingsachterstand oploopt.

Herkennen van ADHD
Als ouder kan je een belangrijke rol spelen in het vroegtijdig herkennen van signalen die kenmerkend zijn voor ADHD. Hieronder is een korte lijst met kenmerken opgesteld. Let op! Sommige van deze signalen horen gewoon bij een normale ontwikkeling van het kind. Zo heeft een kleine peuter veel meer moeite met stilzitten en geconcentreerd puzzelen dan een kind dat al naar de basisschool gaat. Dat betekent dus dat je je niet direct zorgen hoeft te maken bij het herkennen van jouw kind in enkele kenmerken, deze kenmerken alleen zijn dus onvoldoende tot het stellen van een ADHD diagnose. Wel is het zo dat wanneer de meerderheid van de kenmerken van toepassing is op jouw kind, dit een indicatie kan zijn voor ADHD.

Kenmerken:

-Het moeite hebben met aandacht houden bij taakjes of spel;
-Het moeite hebben met aandacht houden bij details, maken van slordigheidsfouten;
-Het moeite hebben met luisteren naar wat er gezegd wordt;
-Het niet volledig opvolgen van aanwijzingen en/of opdrachten;
-Het niet afmaken van taken;
-Het moeite hebben met taken organiseren en/of overzien;
-Het vermijden van taken waar langerdurende mentale inspanning bij nodig is; Zo zal je kind bijvoorbeeld niet zoveel interesse hebben in het (voor)lezen van een boek of het maken van een puzzel.
-Het verliezen van dingen die nodig zijn voor het uitvoeren van taken of activiteiten;
-Het vlug afgeleid zijn door externe stimuli;
-Het vaak vergeetachtig zijn bij dagelijkse bezigheden;
-Het constant friemelen/ frunniken;
-Het opstaan van de stoel in situaties waarbij verwacht wordt dat hij moet blijven zitten;
-Rondrennen of klimmen in situaties waar dit niet gepast is;
-Het moeite hebben met het uitvoeren van rustige activiteiten;
-Het uitflappen van antwoorden voordat de vraag geheel gesteld is;
-Het moeite hebben met wachten op zijn beurt.

link: www.allesoverkinderen.nl

Autisme

Autisme
Het is inmiddels een veel gehoord onderwerp. Het lijkt wel alsof er tegenwoordig veel meer autistische kinderen zijn dan vroeger. Natuurlijk waren die er vroeger ook, maar er is inmiddels veel meer aandacht voor autisme en aan autisme gerelateerde afwijkingen. En er wordt gelukkig steeds meer bekend over de verschillende stoornissen in het autistisch spectrum.

Niet elk kind met autisme heeft last van dezelfde stoornissen. Je kunt dan ook niet spreken van een stoornis maar van een spectrum van autistische stoornissen waarbij de aard van de stoornissen en de ernst ervan kunnen verschillen.


Wat is autisme?

Heel kort gezegd is autisme een aangeboren stoornis die zich kenmerkt door een afwijkende sociaal-emotionele ontwikkeling en een gebrekkige ontwikkeling in taal en communicatieve vaardigheden. Maar wat houdt dat nou precies in? Hoe komt dat? Er wordt nog veel onderzoek gedaan naar hoe deze stoornis. Hieronder proberen we wat meer voorbeelden te geven om een klein beetje inzicht te krijgen in het probleem dat autistische kinderen hebben.

Een kind met autisme of een autisme verwante stoornis ervaart de wereld totaal anders dan "normale" mensen dat doen. Waar een kind zonder autistische stoornis direct een groep rouwende mensen herkent op een tekening, zal een autistisch kind eerst de bank en de koffer aanwijzen en dan pas zien dat er ook mensen staan, en pas dan gaan nadenken wat ze doen of hoe ze zich voelen en waarom. Autisme wordt ook wel een informatieverwerkingsstoornis genoemd. De informatie, de waarneming, komt bij mensen met een dergelijke stoornis niet als een geheel binnen ("een groep rouwende mensen") maar in losse delen binnen, en moet eerst als een soort puzzel in elkaar worden gezet. Vooral ook de waarneming van gezichten, uitdrukkingen en emoties zijn moeilijk.

Moeilijk
Een kind met autisme moet dus eerst alle losse delen samen tot een logisch geheel vormen. Het duurt dus langer voor een kind begrijpt wat er in de omgeving gebeurt. Uit de omgeving komen heel veel prikkels binnen, en een autistisch kind kan moeilijk onderscheid maken welke van die prikkels op dat moment "belangrijk" zijn. Zo hoort een kind in de klas het geroezemoes van de andere kinderen even hard als de juf die voorin iets staat uit te leggen, ziet hij buiten vogeltjes vliegen en ga zo maar door. Waardoor het voor dit kind moeilijker is dan voor kinderen zonder een autistische stoornis om zich te concentreren op wat op dat moment van belang is, het luisteren naar wat de meester uitlegt.

Kinderen met autisme hebben moeite met het 'ontcijferen' van de voor ons duidelijke leefomgeving. Dat wil zeggen dat zij moeite hebben met het verlenen van betekenis aan dingen. Zij weten niet wat komen gaat of wat van hen verwacht wordt. Bijvoorbeeld in relaties met kinderen onderling (wat wil hij van me, waarom zegt hij dat, wat betekent die blik?) En dat leidt tot stress en angst. Waardoor autistische kinderen soms heel erg boos of juist teruggetrokken kunnen reageren. En eigenlijk is dat best begrijpelijk als je je voorstelt hoe moeilijk het kan zijn om in een wereld te leven waarvan je helemaal niets begrijpt. Ook verlenen zij excessief belang aan bepaalde volgorden van gebeurtenissen en bepaalde handelingen. Dit in een poging om orde in de chaos te scheppen.

maandag 12 oktober 2009

Oorzaken van broekplassen

Kinderen plassen vooral in hun broek als ze
nerveus of opgewonden zijn. Bijvoorbeeld op
een verjaardagspartijtje, als u samen naar de
tandarts gaat of bij een andere spannende
gebeurtenis (het zijn juist momenten dat het u
slecht uitkomt en het vraagt heel wat om dan
rustig te blijven!)

Veel kinderen zijn zo in hun spel verdiept, dat
ze het gevoel van hun volle blaas negeren.
Ze plassen tijdens het spelen in hun broek of
ze gaan pas naar de wc als er een paar
druppels in hun broek zitten. Of ze willen zo
snel weer doorspelen dat ze in de haast niet
goed uitgeplast hebben. Het kan ook dat ze
zoveel plezier hebben, dat ze het in hun
broek doen van het lachen.

Er kunnen lichamelijke oorzaken zijn van
brbekplassen. Als een kind een kleine
blaas(inhoud) heeft moet het vaak achter
elkaar plassen, om het half uur bijvoorbeeld.
Vermoeidheid kan dan ongelukjes geven.
Een andere lichamelijke oorzaak van
broekplassen kan een urineweginfectie zijn.
Verder plassen kinderen die moeite hebben
met de ontlasting ook vaker in hun broek. Bij
twijfel of klachten is het aan te raden uw
huisarts te raadplegen.


bron: http://www.ggd.net/pool/gezondheidspublicaties/broekplassen-GGDWB.pdf

Broekplassen

We spreken van
broekplassen
wanneer uw kind
auder dan vier
jaar is en
overdag
enkele
druppels in de
onderbroek doet of
zijn volledige plas
laat lopen. Uw
kind vindt een natte
broek minstens zo
vervelend als u,
probeer daarom
niet boos te
worden. Uw kind
kan er namelijk
niets aan doen.
Drie en vierjarigen
plassen nog
geregeld in hun
broek, zelfs bij vijf
en zes jarigen komt het nogal eens voor (op
school liggen dan ook reservebroekjes). In
deze folder vindt u een aantal oorzaken van
broekplassen en adviezen om het
broekplassen bij uw kind aan te pakken.

bron : http://www.ggd.net/pool/gezondheidspublicaties/broekplassen-GGDWB.pdf

Aanpak van broekplassen

Het is belangrijk dat u op een positieve
manier werkt aan het broekplassen. Geef
daarom geen aandacht aan hoe lastig een
natte broek is. Maak geen opmerkingen zoals
'je bent een klein kind als je nog in je broek
plast' .
Positief benaderen betekent: prijs uw kind als
het droog is. Beloon goede resultaten.
Spreek samen af welke beloning uw kind
verdient voor een droge dag en geef de
beloning zo snel mogelijk nadat het deze
verdiend heeft. Droge dagen kunt u samen
noteren op een (zelfgemaakte) kalender. Uw
kind zelf een sticker laten plakken werkt
stimulerend. Verder kunt u een schema
opstellen om uw kind-op vaste tijden een plas
te laten doen. Laat uw kind om de 2 à 3 uur

rustig, zonodig zittend, goed uitplassen. Zo'n
schema kan er als volgt uitzien:
- bij het opstaan;
- voor het naar school gaan;
- in het speelkwartier;
- tussen de middag bij het thuiskomen en
voor het naar school gaan;
- bij het 's middags uit school komen;
- voor het avondeten;
- voor het naar bed gaan.

Als het goed gaat, kunt u de tussenpozen
steeds wat groter maken.
Als er na een paar weken geen verbetering
optreedt of u heeft nog vragen, kunt u contact
opnemen met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige
van uw kind.
Zij zijn te bereiken via de afdeling Jeugdgezondheidszorg.
U kunt uiteraard ook naar uw huisarts gaan.

bron : http://www.ggd.net/pool/gezondheidspublicaties/broekplassen-GGDWB.pdf

maandag 21 september 2009

waarom ?

Waarom gaat een kind naar een peuterspeelzaal?

Ontwikkeling
Vriendjes en vriendinnetjes zijn belangrijk voor uw kind. Voor uw kind is het leuk om met andere kinderen te spelen en samen plezier te maken. Sommige kinderen moeten leren om samen te
spelen en samen te delen. Terwijl andere kinderen juist moeten leren om voor zichzelf op te komen. Zeker voor een kind dat niet vaak met andere kinderen omgaat, kan dat wel even wennen zijn.
Ook daarvoor is in de peuterspeelzaal veel aandacht.
Ontwikkeling van taal en denken
Peuterleidsters spelen samen met uw kind en vertellen hoe voorwerpen heten. Ook wordt er in de groep voorgelezen en gezongen. Zo leert uw kind spelenderwijs steeds meer nieuwe woordjes. Dit stimuleert de taal en is een goede voorbereiding op de basisschool.

Lichamelijke ontwikkeling
Spelen is leuk voor uw kind en samen met andere kinderen spelen is vaak nog leuker. Op een peuterspeelzaal is allerlei speelgoed aanwezig. Door te knutselen, te knippen en te plakken, leert uw kind kleine bewegingen te maken. Dat is het begin van het (latere) leren tekenen en schrijven.
Bij de meeste peuterspeelzalen kan uw kind ook buiten spelen. Dat gebeurt in een veilige ruimte en onder toezicht van de leidsters. Kinderen kunnen daar rennen, klimmen, fietsen of in de zandbak spelen.

informatiebron
http://www.webformulier.net/informatie/index.php?id=121#30

Peuterspeelzaal

Wat is een peuterspeelzaal?

Een peuterspeelzaal is een wijkgerichte voorziening waar kinderen van 2 tot 4 jaar enkele dagdelen per week komen en die als eerste doel heeft ontspanning, ontmoeting en ontwikkeling. Peuterspeelzalen vervullen een belangrijke rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. Tevens voorzien zij in de behoefte van ouders om hun kinderen een grote diversiteit aan ervaringen op te laten doen in een groep met leeftijdgenootjes. De peuterspeelzalen spelen als voorbereiding op het basisonderwijs een belangrijke rol.
Zij vervullen een brugfunctie van het ouderlijk huis naar school. Daarnaast hebben peuterspeelzalen een signaleringsfunctie. Het is niet voor niets dat consultatiebureaus ouders adviseren om hun kinderen naar een peuterspeelzaal te laten gaan.
Vijftig tot zeventig procent van alle Nederlandse peuters (2- en 3-jarigen) gaat naar een peuterspeelzaal. De meeste kinderen bezoeken de peuterspeelzaal twee dagdelen per week.

informatiebron
http://www.webformulier.net/informatie/index.php?id=121#30

zondag 18 januari 2009

Goede aanvulling opvoeding

"Leidsters en gastouders leren kinderen met elkaar spelen, hoe je naar de wc gaat, dat je je handen wast voor het eten. Voor een deel is dat wat moeders thuis ook doen, maar het is weer een extra steun erbij. Van iemand met een pedagogische opleiding, die in een omgeving zit waar leidsters elkaar inspireren. Zo krijgt het kind een rijker aanbod", zegt ontwikkelingspsycholoog en pedagoog dr. Elly Singer, die al 25 jaar onderzoek doet naar kinderopvang. Zij is verbonden aan de universiteiten van Amsterdam en Utrecht."

Kinderopvangcentra en gastouderopvang zijn een verlengstuk van de opvoeding thuis. Zij streven ernaar de thuissituatie en de opvangsituatie zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Daarbij is rust en regelmaat belangrijk, in een fysiek en emotioneel veilige omgeving.

De leiding of de gastouder zorgt samen met de ouders voor de kinderen en geeft - als dat nodig is - ondersteuning bij de opvoeding. Het is daarbij vanzelfsprekend dat bij een belangrijke taak als kinderopvang de (pedagogische) kwaliteit goed is. Volgens de richtlijnen van de overheid die in de Wet kinderopvang zijn vastgesteld, en de kwaliteitseisen geformuleerd in het Convenant Kwaliteit Kinderopvang, dat door ouders en de branche is afgesproken, is deze kwaliteit gewaarborgd.

"Ze doen van alles met de kinderen. Ze doen spelletjes, ze knutselen, gaan dagjes weg. De kinderen krijgen aandacht. Ja, wat dat betreft, is het allemaal prima. Maar ook als je vragen hebt, als je ergens mee zit. Daar hebben de leidsters dan ook tijd voor. Of als zij merken dat mijn dochter eens een dag stil is, of een beetje ziek, dan geven ze dat ook door."

Bron :

http://www.datgunjeiederkind.nl/purples/view/3
Vormen van kinderopvang

Kinderdagverblijf voor 0- tot 4-jarigen

Ongeveer een kwart van de 0- tot 4-jarigen in Nederland gaat naar een kinderdagverblijf. Spelend leren staat hier centraal. Spelenderwijs wordt er veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele, motorische, creatieve en cognitieve ontwikkeling. Het leukste van kinderopvang vinden kinderen het spelen met leeftijdgenootjes. Ze leren al vroeg samen te spelen en te delen, op hun beurt te wachten en rekening te houden met elkaar. Op het kinderdagverblijf ontstaan de eerste vriendschappen.

Buitenschoolse opvang voor 4- tot 13-jarigen

Gaan de kinderen eenmaal naar school, dan kunnen ze zich na school vermaken op de bso.
In de wet is bepaald dat scholen van 7.30 tot 18.30 uur verplicht voor-, tussen- en naschoolse opvang moeten (laten) organiseren voor ouders die dat willen.
Dat gebeurt in een inspirerende en huiselijke omgeving met veel spelletjes en speeltoestellen.
Op de bso gaat het om een zinvolle vrijetijdsbesteding en ontspanning.
De kinderen moeten niets, maar hebben veel mogelijkheden.
Dat gaat van een boek lezen in een rustig hoekje tot ballet- of judoles met andere (buurt)kinderen.

Gastouderopvang voor 0- tot 13-jarigen

Gastouderopvang is een kleinschalige en flexibele vorm van kinderopvang die het meest op thuis lijkt. Vaak woont de gastouder in de buurt of komt zij in het huis van de kinderen. Kinderen kunnen bij de gastouders dus gewoon met vriendjes uit de buurt spelen. De professionele en ervaren gastouder kan veel persoonlijke aandacht geven aan haar beperkte aantal gastkinderen, waarbij in de opvoeding regelmaat, spelen en geborgenheid de belangrijkste pijlers zijn.
Een gastouder mag, afgezien van haar eigen kinderen, maximaal vier kinderen tegelijkertijd opvangen. Met zo'n klein aantal is maatwerk heel gemakkelijk. Vooral voor ouders die op onregelmatige tijden werken, biedt deze vorm van opvang uitkomst.

Bron :

http://www.datgunjeiederkind.nl/waarom/view/45
Wat is professionele kinderopvang

Professionele kinderopvang is goed voor kinderen.
Of dat nu op het kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang (bso) of bij een gastouder gebeurt. Onder begeleiding van een pedagogisch geschoolde groepsleiding of een ervaren gastouder draagt kinderopvang bij aan de ontwikkeling van kinderen.
Op sociaal-emotioneel, motorisch, creatief en cognitief gebied.

Kinderopvang is daarnaast een goede aanvulling op de opvoeding.
Ouders kunnen met vragen terecht bij de groepsleiding of gastouder, die wordt ondersteund door pedagogen van het gastouderbureau. De overheid vindt kinderopvang belangrijk. Niet alleen omdat zij ervan overtuigd is dat kinderopvang een verrijking is voor kinderen, maar ook omdat het de arbeidsparticipatie van vrouwen bevordert. Daarom krijgen ouders een forse tegemoetkoming in de kinderopvangkosten. Kinderopvang is zo heel betaalbaar én dichtbij, want in elke buurt vind je wel een kinderopvangcentrum of gastouder.

Maar bovenal vinden kinderen kinderopvang leuk. Dat merken hun ouders, de leidsters en de gastouders en - nog belangrijker - dat geven ze zelf aan.
Ze kunnen de hele dag samen met andere kinderen heerlijk spelen in een uitdagende en inspirerende omgeving.

Eigenlijk gun je ieder kind een plekje op het kinderdagverblijf, de bso of bij de gastouder.

Bron :

http://www.datgunjeiederkind.nl/waarom/view/6

zaterdag 17 januari 2009

Leuk Leuk

Pasta-sieraden

Dit heb je nodig:


Verschillende pasta's
Stevig touw of elastiek
Eventueel verf

Rijg verschillende soorten pasta aan het touw of elastiek en knoop de uiteinden aan elkaar. Door de pasta eerst te verven krijg je helemaal een mooi sieraad. Je kunt er bijvoorbeeld een ketting, armband of enkelbandje van maken.

Eegeltje maken

Dit heb je nodig:


Schaar
Luchtdrogende klei
Rietjes
Verf (eventueel)

Met de luchtdrogende klei laat u uw kind het lijfje van een egel maken. Ondertussen knipt u het rietje in stukjes van ongeveer 2 cm. Als uw kind klaar is, laat u uw kind de rietjes in de rug van de egel steken. De egel is nu klaar. Heeft u gekozen voor bruine luchtdrogende klei dan kunt u de egel 24 uur laten drogen. Vervolgens is de egel helemaal klaar. Heeft u gekozen voor witte - of naturelkleurige klei dan kunt u de egel 24 uur laten drogen. De volgende dag kunt u dan weer gezellig met uw kind knutselen, door de egel te laten verven met plakkaat- of acrylverf. Acrylverf droogt snel zodat de egel daarna spoedig klaar zal zijn.

Eentjes

Alle eendjes zwemmen in het water

Alle eendjes zwemmen in het water.
Fal de ral de rie re, fal de ral de ra re.
Alle eendjes zwemmen in het water.
Fal fal fal de ral de ral de ral de ra ra ra.

Molletje

Het molletje

Onder de grond, onder de grond
daar woont een mol met zijn jasje van bont.
Graaft hij een gang wel tien meter lang
zand op zijn neusje en zand op zijn wang.
Molletje kan bijna niet zien
is dat niet gevaarlijk misschien?
Molletje straks stoot jij je kop
zet voortaan altijd een brilletje op!

Bijtje of vlinder uit schuimrubber

Materiaal:
- schaar
- ijzerdraad
- grote houten parel
- schuimrubber in verschillende kleuren
- ragepijpen

Stap 1
Neem een ijzerdraad van ca. 10 cm en leg er onderaan een knoop in.
De kinderen knippen rondjes of andere vormpjes uit het schuimrubber en prikken die op de ijzerdraad.

Stap 2
Bovenaan schuif je een grote parel op de ijzerdraad en daarboven leg je ook een knoop in de ijzerdraad.
Op de parel wordt een gezichtje getekend.

Stap 3
Met de ragepijpen geef je het kleurrijk diertje ook vleugels.

Klaar is kees!

Scheidingsangst

Rond de leeftijd van 8 maanden begint je kind voor het eerst verdrietig te reageren als vertrouwde mensen uit zijn omgeving even weggaan. Dit wordt “scheidingsangst” genoemd. Deze angst is het hevigst tussen 8 en 18 maanden. Je kind wil niet meer naar de opvang of wil niet meer alleen gaan slapen. Wanneer je kind zijn ouders ziet verdwijnen, begint het te huilen. In deze periode kan het gebeuren dat je kind ’s nachts wakker wordt en begint te huilen. Als mama of papa bij het bedje komt, is alles over.

Scheidingsangst komt bij ieder kind voor, maar het ene kind reageert angstiger dan het andere. Deze angst kan blijven tot de leeftijd van 3 jaar. Vanaf de leeftijd van 2,5 jaar kunnen kinderen zich over het algemeen behoorlijk veilig voelen in aanwezigheid van “vreemde” personen. Bij jongere kinderen duurt de gewenningsperiode bij vaag bekende personen langer. Rond de leeftijd van 4 jaar zal je kind steeds beter kunnen tegen een korte scheiding van zijn ouders.
De omgeving wordt vertrouwder, je peuter is zelfredzamer geworden, kan al beter praten.

Het is belangrijk te weten dat deze angst voor je kind echt is. De afwezigheid van de ouders lijkt wel een eeuwigheid te duren.
Je moet uiteraard ook niet krampachtig met deze angst omgaan.
Kinderen voelen haarscherp aan dat moeder of vader het erg vindt. Dit geeft je kind het gevoel dat er echt iets is om bang voor te zijn.

Mijn mening:
ik wist wel dat sommige babys scheidingsangsten hebben, maar ik wist niet dat alle babys daar last van hebben.
Nu weet ik hier meer.

Bron:

http://www.kindengezin.be/KG/Themas/Opvoeding/Kinderangsten/scheidingsangst.jsp

Stage gesprek

12 januari heb ik een gesprek gehad en een rondlijding gekregen op mijn stageplek,
waar ik 3 februari begin.
De mensen wat daar werken waren aardig en leuk. Zelf heb ik al gezien op welke groep ik kom.
Ik zit bij de leeftijd groep van 0 jaar tot en met 4 jaar. Dat lijkt me een hele leuke groep omdat je met verschillende leeftijden werkt.

Ik heb er nu wel zin aan om er te beginnen nog een paar weekjes en dan is het al zover.

Liedjestoets

Wij moesten voor het vak kinderopvang 30 liedjes leren waarvan je er 5 aan anke voor moesten zingen.
Toen ik dat hoorde schrok ik best, dat leek me dus helemaal niks. Ik kan niet eens zingen!
Vrijdag heb ik ide toets gehad en het viel allemaal wel mee.
Heb me denk ik druk gemaakt en eigenlijk viel het best mee.


Nu denk ik er anders over.
Als ik de volgende keer weer zo een toest heb hoef ik niet meer zenuwachtig te zijn.
Ik weet hoe het nu gaat.

vrijdag 16 januari 2009

Inseminatie

KI(D) (kunstmatige inseminatie)
Kunstmatige inseminatie (KI) is een techniek om tot een bevruchting te komen wanneer de bevruchting niet door de geslachtsgemeenschap tot stand komt. Het woord inseminatie verwijst naar het woord semen, dat zaad betekent. Bij kunstmatige inseminatie wordt er sperma in de baarmoeder of baarmoederhals gebracht.Bij kunstmatige inseminatie (donorsemen) wordt het ontdooide donorsperma door middel van een soort spuit ingebracht in de vagina. Daarbij kan er gebruikt worden gemaakt van een cupje. Dit zorgt ervoor dat de spermatoïden worden beschermd tegen het zure milieu in de vagina.

IVF (in-vitrofertilisatie)
IVF of in-vitrofertilisatie, ook wel reageerbuisbevruchting genoemd, is een voortplantingstechniek waarbij een of meer eicellen buiten het lichaam worden bevrucht met zaadcellen, waarna de ontstane embryo's in de baarmoeder teruggeplaatst worden.

ZI (zelf-inseminatie)
Als je direct gebruikt maakt van het sperma van de donor (zelf-inseminatie) en het dus niet ingevroren is, moet het zo snel mogelijk na de donatie hoog in de vagina worden gebracht. Daar kunnen injectiespuiten van 2 ml (zonder naald) voor gebruikt worden. Deze kunnen gehaald worden bij de apotheek. De donor kan het beste gebruik maken van een donker, uitgekookt glazen potje om het sperma in te doneren. Het wordt op lichaamstemperatuur gehouden door het potje tegen het lichaam aan te houden. Er zijn verschillende meningen of je na inseminatie enige tijd zou moeten blijven liggen en/of een orgasme de vruchtbaarheid zou vergroten.

IUI (intra-uteriene inseminatie)
Dit is intra-uteriene inseminatie (inseminatie rechtstreeks in de baarmoeder). Deze methode wordt meestal toegepast als een vrouw ouder is dan 38 jaar of als kunstmatige inseminaties niet tot een zwangerschap hebben geleid. Uit het sperma worden de beste zaadcellen geselecteerd en in de baarmoederholte ingebracht ten tijde van de eisprong. De eisprong wordt soms ondersteund met hormonen. Het moment van de eisprong wordt globaal geschat door urinetesten, bloedonderzoek en/of echoscopie. De kans op zwangerschap bij IUI is ongeveer 1 op de 10 behandelingen.Meestal vinden er 3 tot 6 behandelingen plaats

Bron :

http://docs.babyportaal.nl/inseminatie

Mijn mening:

Aan de ene kant vind ik het wel goed dat dit er is.
Aan de andere kant weet ik niet hoe ik er over denk, zul je hierdoor
wel zwanger raken?

Dames hoe denken jullie er over ? vertel vertel vertel !!!

Hoofdsluisjes

Luizen zijn kleine, grijsbruine beestjes van ongeveer 3 mm groot. Neten (luizeneieren) zijn witte puntjes die vastzitten aan de haren. Infecties met luizen zijn zeer besmettelijk.


Klachten en symptomen
Luizen hebben de menselijke huid nodig om te leven. Ze prikken gaatjes in de huid en zuigen daardoor bloed op. Dit veroorzaakt hevige jeuk. De hoofdluis leeft dicht bij de hoofdhuid en legt haar eitjes (neten) vaak achter de oren tegen de haarbasis.

Oorzaken
Besmetting met hoofdluis vindt plaats door lichamelijk contact (bijvoorbeeld spelende kinderen), via kleding (bijvoorbeeld kapstokken op school), beddengoed (bijvoorbeeld slaapzakken) en speelgoed (bijvoorbeeld knuffelbeesten).

Er wordt wel gedacht dat een besmetting met luizen een gevolg is van armoede of slechte lichaamshygiëne, maar besmetting is onder normale hygiënische omstandigheden nauwelijks te voorkomen en is geen schande.

Wanneer moet u een arts raadplegen
Bij besmetting met luizen van kinderen jonger dan zes maanden, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, is het verstandig om een arts te raadplegen. Ook als de huid op verschillende plaatsen kapot is gekrabd, kunt u beter naar een huisarts gaan.

Hoe is hoofdluis te voorkomen
Vermijd lichamelijk contact met een besmet persoon.
Gebruik geen gemeenschappelijke kleding, beddengoed en toiletartikelen. Wees verder open over een waargenomen besmetting en waarschuw bij kinderen die naar het dagverbljjf of school gaan direct de leiding. Op plaatsen waar jassen, sjaals en mutsen van verschillende kinderen dicht bij elkaar hangen, bijvoorbeeld op school, kan geadviseerd worden elk kind een plastic tas of "luizenzak"te geven om de eigen jas in te stoppen. Ook effectief zijn de zogenaamde luizententjes, die over de jas worden gehangen.

Wat kunt u er zelf aan doen
Een snelle behandeling voorkomt uitbreiding van de besmetting. Helaas hangt er een taboesfeer rond dit onderwerp. Door meer openheid kan veel leed bij anderen voorkomen worden.

Let op: de infectie gaat niet vanzelf over en blijft besmettelijk. Licht dus altijd uw omgeving in.

Stoom of was alle besmette kleding, beddengoed en knuffelbeesten op minimaal 60º C. Zet niet wasbare spullen een week weg in een dichtgebonden plastic zak.
Ontsmet toiletartikelen met alcohol of in een sopje met water van tenminste 60º C. Door de nagels kort te houden worden krabwondjes voorkomen.Indien er in uw directe omgeving gevallen van luis voorkomen, controleer dan minimaal éénmaal per week alle gezinsleden. De aanwezigheid van luizen kan worden vastgesteld door het haar te kammen met een luizen- of netenkam boven een stuk wit papier.

De beste methode om luizen en neten te verwijderen is het haar dagelijks kammen met een netenkam (dit is NIET hetzelfde als een luizenkam of stofkam) gedurende twee weken. Voorwaarde is om op de eerste dag ondersteunende maatregelen (behandeling van beddengoed, knuffels, kammen en dergelijke) uit te voeren.

De nat-kammethode gaat als volgt:
• was het haar met gewone shampoo en spoel uit.
• bescherm de ogen met een washandje.
• breng ruim conditioner (crèmespoeling) in het haar en spoel deze NIET uit.
• kam de knopen en klitten uit het haar met een gewone kam.
• houdt het hoofd voorover boven een wasbak en kam het haar, tegen de schedelhuid aan van achter naar voor met een netenkam; begin bij het ene oor en schuif na elke kambeweging op naar het andere oor.
• veeg de netenkam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of er luizen op het papier zichtbaar zijn.
• spoel de crèmespoeling uit.
• kam het natte haar met een gewone kam.
• kam nogmaals met een netenkam, nu in rechtop zittende houding, van voor naar achter; begin bij het ene oor en schuif bij elke kambeweging door naar het andere oor.• veeg de netenkam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of er luizen op het papier zichtbaar zijn.

Bij krullend haar is soms een netenkam met lange tanden nodig om helemaal bij de hoofdhuid te kunnen komen.

Geneesmiddelen
Behandeling van hoofdluis door middel van geneesmiddelen wordt tegenwoordig gezien als tweede keuze omdat luizen en neten er minder gevoelig voor zijn. Voor de behandeling van hoofd- en schaamluis bestaan diverse werkzame stoffen: malathion, permetrine enbioalletrine/piperonylbutoxide, die onder verschillende productnamen verkrijgbaar zijn.
Deze middelen zijn werkzaam tegen luizen en neten en qua werkzaamheid doen zij nauwelijks voor elkaar onder. Voor het juiste gebruik van de verschillende producten dient u de gebruiksaanwijzingen in of op de verpakking te volgen.

Let op: Voor een effectieve bestrijding van hoofdluis is het van zéér groot belang dat de juiste behandelmethode wordt opgevolgd! Neem hiervoor contact op met uw apotheek.

Malathion wordt het meest gebruikt. De effectiviteit van de lotion lijkt beter dan die van de crème vanwege de langere contacttijd tijdens de behandeling. Malathion heeft een onaangename geur. Chloor inactiveert malathion, daarom mag op de dag van de behandeling niet in chloorhoudend water worden gezwommen.

Baby's en jonge kinderen mogen alleen op advies van een arts malathion gebruiken.Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, mogen geen malathion gebruiken en het ook niet bij een ander aanbrengen.

Een veelvoorkomend probleem bij de behandeling van hoofdluis is dat de neten stevig vastkleven aan de haren. De eitjes worden door de luis met een soort lijm aan de haarschacht vastgekleefd. Er bestaat een crèmespoeling die de lijm afbreekt en de haren gladder maakt, zodat de neten hun houvast verliezen. Door gebruik van deze crèmespoeling en de juiste behandelmethode wordt de kans op herbesmetting aanzienlijk verkleind.

Controleer in de weken na de behandeling of deze is aangeslagen door het haar regelmatig te kammen met een luizen- of netenkam. Als een middel tegen luis niet goed heeft geholpen, kan het zijn dat de gebruiksinstructies niet goed zijn opgevolgd.
Het kan overigens ook betekenen dat er een nieuwe besmetting heeft plaatsgevonden.

Bron :

http://www.databankkinderopvang.nl/hoofdluis

Hoofdsluisjes

wat zijn hoofdluisjes?

Luizen zijn kleine, grijsbruine beestjes van ongeveer 3 mm groot. Neten (luizeneieren) zijn witte puntjes die vastzitten aan de haren. Infecties met luizen zijn zeer besmettelijk.


Klachten en symptomen
Luizen hebben de menselijke huid nodig om te leven. Ze prikken gaatjes in de huid en zuigen daardoor bloed op. Dit veroorzaakt hevige jeuk. De hoofdluis leeft dicht bij de hoofdhuid en legt haar eitjes (neten) vaak achter de oren tegen de haarbasis.

Oorzaken
Besmetting met hoofdluis vindt plaats door lichamelijk contact (bijvoorbeeld spelende kinderen), via kleding (bijvoorbeeld kapstokken op school), beddengoed (bijvoorbeeld slaapzakken) en speelgoed (bijvoorbeeld knuffelbeesten).

Er wordt wel gedacht dat een besmetting met luizen een gevolg is van armoede of slechte lichaamshygiëne, maar besmetting is onder normale hygiënische omstandigheden nauwelijks te voorkomen en is geen schande.

Wanneer moet u een arts raadplegen
Bij besmetting met luizen van kinderen jonger dan zes maanden, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, is het verstandig om een arts te raadplegen. Ook als de huid op verschillende plaatsen kapot is gekrabd, kunt u beter naar een huisarts gaan.

Hoe is hoofdluis te voorkomen
Vermijd lichamelijk contact met een besmet persoon. Gebruik geen gemeenschappelijke kleding, beddengoed en toiletartikelen. Wees verder open over een waargenomen besmetting en waarschuw bij kinderen die naar het dagverbljjf of school gaan direct de leiding. Op plaatsen waar jassen, sjaals en mutsen van verschillende kinderen dicht bij elkaar hangen, bijvoorbeeld op school, kan geadviseerd worden elk kind een plastic tas of "luizenzak"te geven om de eigen jas in te stoppen. Ook effectief zijn de zogenaamde luizententjes, die over de jas worden gehangen.

Wat kunt u er zelf aan doen
Een snelle behandeling voorkomt uitbreiding van de besmetting. Helaas hangt er een taboesfeer rond dit onderwerp. Door meer openheid kan veel leed bij anderen voorkomen worden.

Let op: de infectie gaat niet vanzelf over en blijft besmettelijk. Licht dus altijd uw omgeving in.

Stoom of was alle besmette kleding, beddengoed en knuffelbeesten op minimaal 60º C.
Zet niet wasbare spullen een week weg in een dichtgebonden plastic zak. Ontsmet toiletartikelen met alcohol of in een sopje met water van tenminste 60º C.
Door de nagels kort te houden worden krabwondjes voorkomen.
Indien er in uw directe omgeving gevallen van luis voorkomen, controleer dan minimaal éénmaal per week alle gezinsleden.
De aanwezigheid van luizen kan worden vastgesteld door het haar te kammen met een luizen- of netenkam boven een stuk wit papier.

De beste methode om luizen en neten te verwijderen is het haar dagelijks kammen met een netenkam (dit is NIET hetzelfde als een luizenkam of stofkam) gedurende twee weken. Voorwaarde is om op de eerste dag ondersteunende maatregelen (behandeling van beddengoed, knuffels, kammen en dergelijke) uit te voeren.

De nat-kammethode gaat als volgt:
• was het haar met gewone shampoo en spoel uit.
• bescherm de ogen met een washandje.
• breng ruim conditioner (crèmespoeling) in het haar en spoel deze NIET uit.
• kam de knopen en klitten uit het haar met een gewone kam.
*houdt het hoofd voorover boven een wasbak en kam het haar, tegen de schedelhuid aan van achter naar voor met een netenkam; begin bij het ene oor en schuif na elke kambeweging op naar het andere oor.
• veeg de netenkam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of er luizen op het papier zichtbaar zijn.• spoel de crèmespoeling uit.
• kam het natte haar met een gewone kam.
• kam nogmaals met een netenkam, nu in rechtop zittende houding, van voor naar achter; begin bij het ene oor en schuif bij elke kambeweging door naar het andere oor.
• veeg de netenkam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of er luizen op het papier zichtbaar zijn.

Bij krullend haar is soms een netenkam met lange tanden nodig om helemaal bij de hoofdhuid te kunnen komen.

Geneesmiddelen
Behandeling van hoofdluis door middel van geneesmiddelen wordt tegenwoordig gezien als tweede keuze omdat luizen en neten er minder gevoelig voor zijn. Voor de behandeling van hoofd- en schaamluis bestaan diverse werkzame stoffen: malathion, permetrine enbioalletrine/piperonylbutoxide, die onder verschillende productnamen verkrijgbaar zijn. Deze middelen zijn werkzaam tegen luizen en neten en qua werkzaamheid doen zij nauwelijks voor elkaar onder. Voor het juiste gebruik van de verschillende producten dient u de gebruiksaanwijzingen in of op de verpakking te volgen.

Let op: Voor een effectieve bestrijding van hoofdluis is het van zéér groot belang dat de juiste behandelmethode wordt opgevolgd! Neem hiervoor contact op met uw apotheek.

Malathion wordt het meest gebruikt. De effectiviteit van de lotion lijkt beter dan die van de crème vanwege de langere contacttijd tijdens de behandeling. Malathion heeft een onaangename geur. Chloor inactiveert malathion, daarom mag op de dag van de behandeling niet in chloorhoudend water worden gezwommen.

Baby's en jonge kinderen mogen alleen op advies van een arts malathion gebruiken.
Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, mogen geen malathion gebruiken en het ook niet bij een ander aanbrengen.

Een veelvoorkomend probleem bij de behandeling van hoofdluis is dat de neten stevig vastkleven aan de haren. De eitjes worden door de luis met een soort lijm aan de haarschacht vastgekleefd. Er bestaat een crèmespoeling die de lijm afbreekt en de haren gladder maakt, zodat de neten hun houvast verliezen. Door gebruik van deze crèmespoeling en de juiste behandelmethode wordt de kans op herbesmetting aanzienlijk verkleind.

Controleer in de weken na de behandeling of deze is aangeslagen door het haar regelmatig te kammen met een luizen- of netenkam. Als een middel tegen luis niet goed heeft geholpen, kan het zijn dat de gebruiksinstructies niet goed zijn opgevolgd. Het kan overigens ook betekenen dat er een nieuwe besmetting heeft plaatsgevonden.

Bron:

http://www.databankkinderopvang.nl/hoofdluis

Zwangerschapsvergiftiging

Zwangerschapsvergiftiging is een wat verouderde term voor hoge bloeddruk die ontstaat tijdens (de tweede helft van) de zwangerschap.
De oorzaak van deze zwangerschapshypertensie is onbekend.

Er zijn verschillende gradaties. Een lichte verhoging van de bloeddruk hoeft geen klachten te geven en vormt meestal geen risico voor de baby. Als je hier last van hebt is het belangrijk om geen zwangerschapscontroles over te slaan, zodat je bloeddruk in de gaten kan worden gehouden en zo nodig kan worden behandeld.

Als de bloeddruk verder stijgt spreekt men van pre-eclampsie. Het lichaam houdt vocht vast (oedeem) wat zich bijvoorbeeld uit in dikke enkels/benen (je kunt er putjes in drukken). Verder kan er eiwit in de urine zitten, je kunt last krijgen van hoofdpijn, misselijkheid en problemen hebben met zien.

Een ernstige vorm van pre-eclampsie is het HELLP-syndroom. HELLP staat voor Hemolyse (afbraak van rode bloedcellen), Elevated Liver enzymes (verhoogde aanmaak van leverenzymen) en Low Platelets (een laag aantal bloedplaatjes). Hierbij kunnen de verschijnselen van pre-eclampsie optreden, maar kun je daarnaast ook last hebben van een hevige pijn in de bovenbuik en soms ook in de rug. De vochtophoping kan ervoor zorgen dat je een flink aantal kilo's aankomt. Pre-eclampsie komt meestal in aanvallen: periodes van ernstige bloeddrukstijging waarbij je je heel ziek voelt wisselen af met periodes waarin je je weer redelijk goed voelt.

Tijdens zo'n aanval kan de ernstigste vorm van zwangerschapshypertensie ontstaan: dit heet eclampsie. Dan zijn er meestal ook stuiptrekkingen met armen en benen en kun je kortdurend bewusteloos raken.

Het is erg belangrijk (pre-)eclampsie te laten behandelen. Een arts schrijft medicijnen voor om de bloeddruk te laten dalen. In ernstige situaties word je opgenomen in het ziekenhuis. Bij ernstige pre-eclampsie, Hellp-syndroom of eclampsie wordt meestal overwogen om de baby eerder geboren te laten worden, zo nodig met een keizersnee.

Na de geboorte verdwijnen de ziekteverschijnselen meestal weer spontaan binnen enkele dagen tot weken. Wel kan het nog een tijd duren voordat je weer helemaal de oude bent, zowel lichamelijk als mentaal.

Bron :

http://www.gezondheidsplein.nl/aandoeningen/1044/Zwangerschapsvergiftiging.html